Bram: Hey Rockie, moet je kijken!
Ik zie land! Zullen we daar heen gaan?
Rockie: Yes Sir!
Verteller: Gaan jullie met Bram en Rockie mee op avontuur?
Verteller: Bram en Rockie maken hun vlot vast aan een boom. Welke boom zouden jullie kiezen?
Bram: Kijk wat een dikke boom! Daar kunnen we ons stevige touw aan vastbinden. Dan drijft ons vlot niet weg.
Rockie: Yes Sir! Maar het touw is toch veel te zwaar voor ons alleen?
Verteller: Hmmm, hoe kunnen ze dit oplossen?
A. Hulp vragen
Verteller: Bram en Rockie kijken om zich heen. Wie zou hen toch kunnen helpen? Toen zagen ze iets zwemmen. Wat is het groot, en groen, en wat heeft het scherpe tanden!
Bram: EEN KROKODIL! RENNEN ROCKIE!
Rockie: Yes Sir! Maar Bram, ik kàn helemaal niet rennen! Ik heb vleugels! Aaaaaah!
Krokie Nee jongens! Wacht! Wacht op mij! Ik lijk wel heel gevaarlijk, maar ik wil jullie alleen maar helpen. Met jullie zware touw! Ik ben groot, en sterk en ik kan makkelijk dat zware touw om de boom heen knopen! Doen jullie het touw in mijn bek? Ik doe jullie echt niets hoor!
Verteller: Bram verzamelt al zijn moed bij elkaar. Hij is een stoere jongen. Hij tilt het touw op met al zijn kracht en legt het in de bek van de krokodil.
Bram: Zo! Dat is zwaar zeg! Zag je dat Rockie? Het is mij gewoon gelukt!
Krokie: Ja goedzo Bram! Wat ben jij sterk zeg! Nu alleen nog even vastknopen en dan drijft jullie vlot nooit meer weg!
Verteller: Hoor jij dat ook dat gekke geluid? Het lijkt wel een wekker?
Bram: *gaapt*
B. Het vlot op het strand leggen en niet vastmaken aan de dikke boom
Bram: O Rockie, ik ben zo moe van onze reis! Ik ga even een middagdutje doen. Let jij op ons vlot?
Verteller: Oh nee! Rockie valt ook in slaap! Hey, hallo! Dat kan toch zomaar niet! Jullie vlot drijft weg! Bram en Rockie schrikken wakker en zien dat hun vlot wegdrijft op de zee.
Rockie: oh no sir! Ons vlot!
Bram: Alle papegaaien op een stokje nog aan toe! We moeten hem terug halen, maar hoe?
Krokie: Nee jongens! Wacht! Wacht op mij! Ik lijk wel heel gevaarlijk, maar ik wil jullie alleen maar helpen.
Bram: we hebben een heel groot probleem! Ons vlot is weggedreven en nu zijn al onze spullen weg en kunnen we nooit meer naar huis.
Krokie: Oh geen zorgen Bram! Ik help jullie wel. Hoe kan ik jullie helpen?
Rockie: Als jij nou eens naar het vlot zwemt, kun jij hem misschien naar het eiland toe duwen?
Krokie: Goed idee, doen we!
Vertellen: En daar gaat Krokie de krokodil, op weg naar het verdwaalde vlot.
Krokie: ik heb het vlot jongens!
Bram: Wat fijn Krokie, je bent onze held!
Verteller: Krokie duwt met al zijn kracht, het vlot weer terug naar het eiland.
Rockie: ik kan vliegen, dus als ik nu naar het vlot toevlieg, zorg ik wel dat het vlot terugkomt.
Bram: Maar heb je echt geen hulp nodig? Het vlot is toch veel te groot voor jou?
Rockie: Nee hoor, ik ben heel sterk!
Verteller: Rockie vliegt naar het vlot toe en probeert in zijn eentje het vlot terug te duwen naar het eiland.
Rockie: Dit is toch zwaarder dan ik dacht Bram, help ik kan het niet alleen, ik heb eeeeecht hulp nodig!
Bram: geeft niks Rockie, ik denk dat papegaaien toch beter zijn in andere dingen.
De verteller: Rockie kwam erachter dat hij hier toch niet zo goed in was, en vloog terug naar Bram.
Bram: Huh was dit nou allemaal een droom? Wow wat heb ik gave dingen beleefd!
Bram: Kijk wat een hoge boom! Maar daar leven natuurlijk ook allemaal dieren in zoals de aap, de luiaard en de uil. Is het dan wel veilig om ons eten en onze spullen hier achter te laten? Straks nemen ze het mee!
Rockie: No Sir!
*ritsel ritsel ritsel*
Bram: Rockie! Hoor jij dat ook? Dat geritsel?
Pluimstaart: Hey wat leuk! Nieuwe vrienden op bezoek? Wie zijn jullie? En wat komen jullie hier doen? En wat zijn jullie groot zeg! Jeetje! En wat is dat nou weer voor rare vogel?
Rockie: He! Ik ben helemaal geen rare vogel! Ik ben Rockie, de papegaai. Ik mocht met Bram mee op reis.
Bram: Ja ik ben Bram en Rockie is mijn lieve papegaai. Zeg, Eekhoorn, weet jij waar wij ons eten veilig neer kunnen leggen vannacht? We zijn zo bang dat alles opgegeten wordt.
Pluimstaart: Weet je wat? Aangezien we nu toch vrienden zijn kan ik wel op jouw eten passen als jullie op pad gaan.
Rockie: Yes Sir! Dat zou fijn zijn. Dankjewel Pluimstaart!
Verteller: nu het eten veilig bij de eekhoorn ligt, kunnen Bram en Rockie veilig op pad.
Rockie: Moet je zien Bram, wat is het mooi hier. Al die bomen, bloemen, struiken, planten, dieren.
Verteller: Bram en Rockie zijn al een tijdje aan het lopen en horen in de verte geschreeuw.
Bram: Hoor jij dat ook Rockie?
Rockie: Yes sire, het lijkt wel of ze ruzie hebben.
Bram: Ja inderdaad, zullen we eens even gaan kijken?
Rockie: Yes sir!
Verteller: Bram en Rockie komen aan en zien dat een aap en een luiaard ruzie maken.
Luiaard: Ik had het als eerst gevonden!
Aap: Niettus ik had het eerst gevonden!
Luiaard: Echt niet liegbeest!
Aap: Hoe durf je me liegbeest te noemen!
Bram: STOP! Waar zijn jullie mee bezig?!
Luiaard: Ja maar hij had….
Aap: Nee echt niet, hij zei…
Bram: STOP! Eerst mag de aap vertellen wat er is gebeurd.
Aap: Toen ik mijn spierballen aan het trainen was, tijdens het slingeren aan de lianen, zag ik lekker eten liggen. En ik dacht hmm lekker, dat wil ik opeten. Toen ik net het eten had gepakt, pakte de luiaard het zomaar uit mijn handen!
Luiaard: echt niet! Je bent echt een groot liegbeest!
Bram: Kijk eens wat een kleine tak! Die kan toch nooit stevig genoeg zijn voor ons vlot!
Verteller: Oh nee! Rockie valt ook in slaap! Hey, hallo! Dat kan toch zomaar niet! Jullie vlot drijft weg!
A: Vraag om hulp
B: ernaartoe zwemmen